Charlotte Amalia van Nassau-Dillenburg

Charlotte Amalia van Nassau-Dillenburg
Charlotte Amalia van Nassau-Dillenburg
Regentes van Nassau-Usingen
Regeerperiode 1718-1735
Voorganger n.v.t.
Opvolger n.v.t.
Regentes van Nassau-Saarbrücken
Regeerperiode 1728-1738
Voorganger n.v.t.
Opvolger n.v.t.
Huis Nassau-Dillenburg
Nassau-Usingen
Vader Hendrik van Nassau-Dillenburg
Moeder Dorothea Elisabeth van Liegnitz
Geboren 13 juni 1680 o.s.
Dillenburg
Gestorven 11 oktober 1738
Slot Biebrich
Begraven Usingen
Partner Willem Hendrik I van Nassau-Usingen
Religie Calvinistisch

Charlotte Amalia van Nassau-Dillenburg (Dillenburg 13 juni 1680 o.s.[1][2] - Slot Biebrich 11 oktober 1738)[1][2][3] was regentes van Nassau-Usingen en Nassau-Saarbrücken. Ze stamt uit het Huis Nassau-Dillenburg.

Biografie

Charlotte Amalia was de zesde dochter van vorst Hendrik van Nassau-Dillenburg en Dorothea Elisabeth van Liegnitz,[1][2][3] dochter van hertog George III van Liegnitz en Brieg en Sophia Catharina van Münsterberg-Oels.[1][2][4]

Charlotte Amalia huwde te Dillenburg in april 1706[5] met Willem Hendrik I van Nassau-Usingen ('s-Hertogenbosch 12 mei 1684 n.s. - Usingen 14 februari 1718).[1][2]
Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:[1][2][3]

  1. Francisca Dorothea (Usingen 3 april 1707 - Wiesbaden 12 oktober 1750).
  2. Hendrik Ferdinand (Usingen 3 juni 1708 - Usingen 20 december 1708).
  3. Amalia Frederica Louise (Usingen 18 oktober 1709 - Usingen 14 december 1709).
  4. Willem Adolf (Usingen 2 december 1710 - Usingen 27 december 1710).
  5. Karel (Usingen 1 januari 1712 - Biebrich 21 juni 1775), volgde zijn vader op.
  6. Doodgeboren kind (Usingen .. februari 1713).
  7. Hedwig Henriëtte (Usingen 27 april 1714 - Frankfurt am Main 17 november 1786), was kanunnikes van het Sticht Herford.
  8. Lodewijk August (Usingen 27 april 1714 - Usingen 16 december 1714).
  9. Johannetta Christina (Usingen 28 oktober 1715 - Usingen 24 augustus 1716).
  10. Willem Hendrik (Usingen 6 maart 1718 - Saarbrücken 24 juli 1768), volgde zijn vader op.

Regentes voor haar zoons

Bij het overlijden van haar echtgenoot volgden de zoons Karel en Willem Hendrik hun vader op. Vanwege hun minderjarigheid nam Charlotte Amalia het regentschap voor haar zoons op zich. Door het overlijden van graaf Frederik Lodewijk van Nassau-Ottweiler op 25 mei 1728 erfden Karel en Willem Hendrik het graafschap Nassau-Saarbrücken en het vorstendom Nassau-Idstein. Dat laatste werd samengevoegd met het vorstendom Nassau-Usingen.

Tijdens haar regentschap van 1718 tot 1735 vaardigde Charlotte Amalia talrijke wetten uit, die van het vorstendom een voor die tijd 'moderne' staat maakten. Met name de administratie van het land werd geheel gereorganiseerd, waarbij ze de scheiding van de hofadministratie en de overheidsadministratie doorvoerde. In Slot Idstein richtte ze een staatsarchief in, een voorloper van het huidige Hessisches Hauptstaatsarchiv te Wiesbaden, en door de aankoop van boeken legde ze de grondslag voor de hedendaagse Hessische Landesbibliothek. Streng liet ze op de nakoming van de leerplicht letten en voor de lerarenopleiding werd er een kweekschool opgericht. Daarentegen bevatte de door haar geïnitieerde jodenverordening vooral veel verboden en beperkingen; deze verordening gold ook in het hertogdom Nassau. Ondanks haar slimme en vastberaden bestuur, slaagde ze er niet in het vorstendom een passende plaats in het Rijk te geven. Uiteindelijk liet ze het zelfs toe dat haar zoons het land deelden, hetgeen tot een aanzienlijke verzwakking van het land leidde.

Karel werd in 1733 meerderjarig verklaard. In 1735 verdeelden haar beide zoons hun bezittingen, Karel kreeg Nassau-Usingen en Willem Hendrik kreeg Nassau-Saarbrücken. Charlotte Amalia bleef tot de meerderjarigheid van Willem Hendrik regentes van Nassau-Saarbrücken. Zeven maanden later overleed ze in Slot Biebrich bij Wiesbaden. Ze werd begraven te Usingen.

Bronnen, noten en/of referenties
  • dr. A.W.E. Dek, Genealogie van het Vorstenhuis Nassau, Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1970.
  • J.G. Hagelgans, Nassauische Geslechtstafel des Walramischen Stammes, Frankfurt/Leipzig, 1753.
  • Michel Huberty, Alain Giraud, F. & B. Magdelaine, l’Allemagne Dynastique. Tome III Brunswick-Nassau-Schwarzbourg, Alain Giraud, Le Perreux, 1981.
  • F.W. Theodor Schliephake, Geschichte der Grafen von Nassau. Von den ältesten Zeiten bis auf die Gegenwart. Auf der Grundlage urkundlicher Quellenforschung, 1867 (2 delen).
  • Detlev Schwennicke, Europäische Stammtafeln. Stammtafeln zur Geschichte europäischen Staaten. Neue Folge, Marburg 1978-1982.
  • dr. Christian Spielmann, Geschichte von Nassau, Wiesbaden/Montabaur, 1909-1926 (3 delen).
  • J.M. van der Venne en Alexander A.M. Stols, Geslachts-Register van het Vorstenhuis Nassau, Maastricht, 1937.
  • A.A. Vorsterman van Oyen, Het vorstenhuis Oranje-Nassau. Van de vroegste tijden tot heden, A.W. Sijthoff en J.L. Beijers, Leiden en Utrecht, 1882.
  • A. von Witzleben, Genealogie und Geschichte des Hauses Nassau, Stuttgart, 1854.
  • Medieval Lands - Nassau.
  • Medieval Lands - Silesia.

Voetnoten

  1. a b c d e f Huberty et al. (1981).
  2. a b c d e f Medieval Lands - Nassau. Gearchiveerd op 28 mei 2023.
  3. a b c Dek (1970).
  4. Medieval Lands - Silesia. Gearchiveerd op 4 juni 2023.
  5. Huberty et al. (1981), die in een voetnoot vermeldt: “Zie Staatsarchiv Wiesbaden (130II 873), genealogie van Willem Hendrik: ‘dass zu Dillenburg von Fürst Wilh. Henr. mit der Prinzess. Charl. Amalie den 15ten Apr. 1706 vollzogene Eheverlöbniss hat deselbe unter anderen auch an den Fürsten Georg Aug. zu Idstein notificiret …’ (verloving op de 15e?). Zie Koninklijk Huisarchief te Den Haag (III/1192) en Staatsarchiv Marburg (4 f. Nassau-Dillenburg Nr. 195), kennisgeving d.d. Dillenburg 17-4-1706: ‘solches auch gestrigen Tags durch Priesterliche Trauung … uff unsserem Hausse allhier vollzogen worden’ (het zou dus op de 16e zijn). Zie Staatsarchiv Wiesbaden (130II 872 a), Personalia van prinses Charlotte Amalia: ‘sich selbst (Wilhelm Heinrich) in Person nach Dillenburg zu begeben und … sich mit derselben in ein Christ fürstliches Eheverlöbniss einzulassen, worauf so dann die wirkliche Vermählung den 14ten April 1706 … vollzogen worden, auch die Fürstliche Heimführung und der solenn. Einzug in die dahiesige Residenz den 11 Maj desselben Jahres … erfolgt ist …’ (het zou dus de 14e zijn). We worden dus geconfronteerd met drie officiële teksten die elk een andere datum voor de huwelijksceremonie geven. Hieraan moet worden toegevoegd dat het huwelijkscontract (Ehepakten) ondertekend werd te Dillenburg op 14-4-1706 (Staatsarchiv Wiesbaden 130II 875; Koninklijk Huisarchief Den Haag III/192). De genealogieën geven over het algemeen de datum 15-4 als huwelijksdatum.” Medieval Lands - Nassau vermeldt ook Dillenburg april 1706. Dek (1970), Van der Venne & Stols (1937) en Schwennicke vermelden: 15 april 1706. Gearchiveerd op 28 mei 2023.