Frits Peutz

Frits Peutz
Frits Peutz
Persoonsinformatie
Nationaliteit Nederlandse
Geboortedatum 7 april 1896
Geboorteplaats Vlag van Nederland Nederland Uithuizen, Groningen
Overlijdensdatum 24 oktober 1974
Overlijdensplaats Heerlen
Beroep architect
Werken
Belangrijke gebouwen Glaspaleis, Retraitehuis, Raadhuis van Heerlen, Broederhuis Molenberg
RKD-profiel
Portaal  Portaalicoon   Civiele techniek en bouwkunde
Glaspaleis, Heerlen (1933)

Fredericus Petrus Josephus (Frits) Peutz (Uithuizen, 7 april 1896 – Heerlen, 24 oktober 1974) was een Nederlands architect.

Levensloop

Peutz werd in 1896 geboren in Uithuizen (provincie Groningen) als zoon van katholieke ouders, die hem in 1910 naar het jongensinternaat Rolduc (bij Kerkrade) stuurden voor zijn opleiding. Vanaf 1914 studeerde hij aan de Technische Hogeschool in Delft, met de bedoeling ingenieur te worden. In 1916 besloot hij echter architect te worden. Nog voordat hij zijn opleiding had voltooid keerde hij terug naar Limburg en begon in 1920 een eigen architectenbureau in Heerlen. In 1925 sloot hij zijn studie alsnog af. Hij betrok verschillende stijlvormen bij zijn werk, maar had een bijzondere affiniteit met het nieuwe bouwen, met een duidelijk eigen interpretatie.

Tijdens de oorlog weigerde Peutz lid te worden van de Nederlandsche Kultuurkamer, waardoor hij zijn werk aan het raadhuis van Heerlen tijdelijk moest staken. Hij werkte in deze periode onder andere aan een boek over architectuur, Ordenatlas genaamd. Na de oorlog was hij hoogleraar aan de Jan van Eyck Academie in Maastricht, nadat hij daar al eerder les had gegeven aan de Academie voor Bouwkunst.[1]

Frits Peutz was de broer van internist Jan Peutz. Hij was gehuwd met Leonie (ook Bella) Tissen. Het echtpaar kreeg veertien kinderen, waaronder de akoesticus Victor Peutz. Frits Peutz overleed op 78-jarige leeftijd te Heerlen.

Werk

Retraitehuis, Heerlen
Royal Theater, Heerlen (na renovatie)
Interieur Jan van Eyck Academie, Maastricht
Maquette Provinciehuis Zuid-Holland

Peutz is als architect lang ondergewaardeerd geweest, waarschijnlijk doordat hij vrijwel niet in de Randstad bouwde, maar voornamelijk in Limburg. Bovendien ontwierp hij zowel modernistische als traditionalistische gebouwen, wat hem bij meerdere richtingen in de architectuur omstreden maakte. Veel van zijn modernistische gebouwen staan in Heerlen. Peutz maakte vooral naam door het warenhuis dat hij in 1933 ontwierp voor de Heerlense stoffenkoopman Peter Schunck. Tegenwoordig staat het bekend als het Glaspaleis. Het is door de Union Internationale des Architectes opgenomen op een lijst van de duizend belangrijkste gebouwen van de twintigste eeuw, wat waarschijnlijk heeft gezorgd voor een grotere belangstelling voor de modernist Peutz. Andere belangrijke Heerlense bouwwerken van Peutz, die tot het nieuwe bouwen gerekend worden zijn allereerst het woonhuis/atelier dat hij voor zichzelf ontwierp, het zogenaamde Huis op de Linde. Daarnaast het Retraitehuis, de Bioscoop Royal en de Stadsschouwburg, en 't Sonnehuys, dat hij voor het gezin van zijn schoonzus, de familie Swaen in Maastricht, bouwde.

Ook als architect van kerken was Peutz vrij succesvol; hierbij hanteerde hij veelal op het eerste oog traditioneel aandoende bouwstijlen en maakte hij gebruik van lokale materialen zoals mergel en Kunrader kalk, waardoor zijn kerken goed aansloten bij de traditionele Limburgse architectuur. Als gevolg van deze houding was hij binnen het bisdom Roermond aanvankelijk minder omstreden dan meer vernieuwende collega's als Alphons Boosten en Jos Wielders. Buiten Limburg kreeg Peutz echter nauwelijks kerkelijke opdrachten, met name doordat hij zich sterk afzette tegen de Delftse School, een groep architecten onder leiding van M.J. Granpré Molière, en de daaruit voortgekomen Bossche School, onder leiding van Dom Hans van der Laan. Deze bewegingen waren vanaf de jaren 1930 tot in de jaren 1960 dominant in de katholieke kerkelijke architectuur in Nederland. Tot Peutz' kerkelijk oeuvre behoren onder meer kerken in Maastricht, Ransdaal, Oirsbeek en Berg en Terblijt, die alle, naast het traditionalistische uiterlijk, postmodernistische elementen bevatten.[2]

Een geheel eigen positie in het oeuvre van Peutz neemt het Raadhuis van Heerlen in, dat aan de buitenkant vrij functionalistisch oogt, maar met klassiek aandoende, postmodernistische details. De klassieke monumentaliteit van het gebouw - men zou zelfs kunnen zeggen dat de met travertin beklede gevels een fascistische uitstraling hebben - wordt echter tenietgedaan door enkele van Peutz' befaamde 'knipogen': het balkon aan de voorkant, waar een potentiële dictator zich aan het volk zou willen vertonen, lijkt al bij voorbaat onder dat gewicht een stuk naar beneden gezakt; het door machtige zuilen ondersteunde balkon aan de zijgevel ontbeert een vloer, waardoor het bij voorbaat ongeschikt is voor machtsvertoon. Eenmaal binnen, bevindt men zich in een modernistische omgeving met veel glas en staal, witgesausde betonnen muren, zwevende trappen, paddenstoelkolommen en vides.

Selectie van werken

Fotogalerij

Fotogalerij met werken van Frits Peutz op volgorde van ontwerpjaar
  • 1919 - Villa notaris Wijnands, Heerlen
    1919 - Villa notaris Wijnands, Heerlen
  • 1921 - Broederhuis Molenberg, Heerlen
    1921 - Broederhuis Molenberg, Heerlen
  • 1923 - Sint-Vincentius a Paulokerk, Brunssum
    1923 - Sint-Vincentius a Paulokerk, Brunssum
  • 1927 - fabriekshal ENCI, Maastricht
    1927 - fabriekshal ENCI, Maastricht
  • ca. 1927 - Bioscoop Olympia, Utrecht
    ca. 1927 - Bioscoop Olympia, Utrecht
  • 1929 - Sint-Antonius van Paduakerk, Heerlen
    1929 - Sint-Antonius van Paduakerk, Heerlen
  • 1929 - Huize Casa Blanca, Houthem
    1929 - Huize Casa Blanca, Houthem
  • 1931 - Sint-Theresiaschool, Maastricht
    1931 - Sint-Theresiaschool, Maastricht
  • 1931 - Huis op de Linde, Heerlen
    1931 - Huis op de Linde, Heerlen
  • 1931 - ULO-school, Heerlen
    1931 - ULO-school, Heerlen
  • 1932 - Monseigneur Laurentius Schrijnenhuis, Heerlen
  • 1932 - Sint-Theresiakerk, Ransdaal
    1932 - Sint-Theresiakerk, Ransdaal
  • 1933 - Glaspaleis, Heerlen
    1933 - Glaspaleis, Heerlen
  • 1933 - 't Sonnehuys, Maastricht
    1933 - 't Sonnehuys, Maastricht
  • 1933 - Sint-Monulphus en Gondulphuskerk, Berg
    1933 - Sint-Monulphus en Gondulphuskerk, Berg
  • 1933 - Sint-Bernadettekerk, Abdissenbosch
    1933 - Sint-Bernadettekerk, Abdissenbosch
  • 1936 - Onze-Lieve-Vrouw-van-Lourdeskerk, Maastricht
    1936 - Onze-Lieve-Vrouw-van-Lourdeskerk, Maastricht
  • 1936 - Raadhuis van Heerlen
  • 1937 - Mèrthal, Horst
    1937 - Mèrthal, Horst
  • 1937 - Bioscoop Royal, Heerlen (voor renovatie)
    1937 - Bioscoop Royal, Heerlen (voor renovatie)
  • 1937 - Huizenblok Oliemolenstraat/Akerstraat, Heerlen
    1937 - Huizenblok Oliemolenstraat/Akerstraat, Heerlen
  • 1938 - Kerk van Sint-Pieter beneden, Maastricht
    1938 - Kerk van Sint-Pieter beneden, Maastricht
  • 1939 - Pand Kneepkens, Heerlen
    1939 - Pand Kneepkens, Heerlen
  • 1939 - Geleenstraat 7, Heerlen
    1939 - Geleenstraat 7, Heerlen
  • 1940 - Raadhuis van Tegelen
  • 1948 - Johannes Berchmansschool, Maastricht
    1948 - Johannes Berchmansschool, Maastricht
  • 1951 - Sint-Lambertuskerk, Oirsbeek
    1951 - Sint-Lambertuskerk, Oirsbeek
  • 1951 - Sint-Matthiaskerk, Posterholt
    1951 - Sint-Matthiaskerk, Posterholt
  • 1953 - Sint-Annakerk, Heerlen
    1953 - Sint-Annakerk, Heerlen
  • 1954 - Sint-Nicolaaskerk, Meijel
    1954 - Sint-Nicolaaskerk, Meijel
  • 1955 - Dienstgebouw gemeentebedrijven Heerlen
    1955 - Dienstgebouw gemeentebedrijven Heerlen
  • 1955 - Heilige Geestkerk, Roermond
    1955 - Heilige Geestkerk, Roermond
  • 1958 - Vroom en Dreesmann, Heerlen (gesloopt in 2019)
    1958 - Vroom en Dreesmann, Heerlen (gesloopt in 2019)
  • 1959 - Stadsschouwburg, Heerlen
    1959 - Stadsschouwburg, Heerlen
  • 1959 - Jan van Eyck Academie, Maastricht
    1959 - Jan van Eyck Academie, Maastricht
  • 1963 - Provinciehuis Zuid-Holland, Den Haag (twee vleugels van Peutz gesloopt in de 1995)
    1963 - Provinciehuis Zuid-Holland, Den Haag (twee vleugels van Peutz gesloopt in de 1995)
  • 1966 - Vroom & Dreesmann, Sittard (gesloopt in 2022)
    1966 - Vroom & Dreesmann, Sittard (gesloopt in 2022)

Zie ook

Externe links

  • (en) Beschrijving en een lijst met gerealiseerde gebouwen
  • Website Peutz Architecten
  • Retraitehuis

Bronnen, noten en verwijzingen

  • Bisscheroux, N., S. Minis, W. van den Bergh, F. Humblé (1997): Architectuurgids Maastricht 1895-1995. Stichting Topos & Gemeente Maastricht, Maastricht. ISBN 90-9010710-x (online tekst op toposmaastricht.com)
  • Dominicus-van Soest, Marleen, 'Frits Peutz, veelzijdig architect', artikel op Cultuurwijzer on-line tekst
  • Peutz op kerkgebouwen-in-limburg.nl

  1. 'Tijdgenoten: Prof. F. Peutz', in: De Tijd, 2 oktober 1954, p. 8 (online te raadplegen op delpher.nl; p. 12).
  2. De kunsthistoricus Alexander van Grevenstein schreef over het postmodernistische element in Peutz' werk het volgende: "Ze [de kerk en pastorie van Ransdaal] maken deel uit van zijn eerdere, eclectische periode die gezien wordt als een voorloper van het postmodernisme. Dat laatste vierde hoogtij in de jaren zeventig en tachtig onder de bezielende leiding van de Engelse architect Charles Jencks, die er flinke sier mee maakte. Het bleek een modegril, die zijn bestaansrecht ontleende aan een al te oppervlakkige omgang met het verleden. Het verschil is evenwel dat het Frits Peutz erom te doen was authenticiteit en eigen wortels in een nieuwe vorm te vangen, zonder zich in een wirwar van citaten te verliezen." ('Knipoog naar sprookjesbos', bespreking van de Sint-Theresiakerk in Ransdaal, in: Dagblad De Limburger, 20-2-2013).
  3. Bisscheroux (1997), pp. 199, 206.
  4. "Gemengde berichten (pagina 2)", Gazet van Limburg, 23 december 1948. Geraadpleegd op 19 november 2023.
  5. 'Thema 6: de moderne stad', op youlearn.ou.nl, geraadpleegd op 25 april 2024.
  6. "Zuid-Holland sloopt deel Provinciehuis", Volkskrant, 5 september 1995. Geraadpleegd op 13 maart 2024. – via Delpher.
  7. Wim Ruigrok & Eric Slot, 'Bouwen & Slopen: Uitbreiding Lucas Andreas Ziekenhuis', in: Ons Amsterdam, 1 maart 2002.
Bibliografische informatie