Glucosamine

Glucosamine
Structuurformule en molecuulmodel
Structuurformule van α-D-glucosamine
Molecuulmodel van β-D-glucosamine
Algemeen
Molecuulformule C 6 H 13 NO 5 {\displaystyle {\ce {C6H13NO5}}}
IUPAC-naam (3R,4R,5S,6R)-3-amino-6-s(hydroxymethyl)oxaan-2,4,5-triol
Andere namen chitosamine
2-amino-2-deoxy-D-glucose
2-amino-2-deoxy-D-glucopyranose
Molmassa 179,17112 g/mol
SMILES
C([C@@H]1[C@H]([C@@H]([C@H](C(O1)O)N)O)O)O[1]
CAS-nummer 3416-24-8
PubChem 439213
Wikidata Q327506
Fysische eigenschappen
Aggregatietoestand vast
Kleur wit
Smeltpunt 150 °C
Goed oplosbaar in water
Slecht oplosbaar in methanol, ethanol
Onoplosbaar in di-ethylether, chloroform
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar).
Portaal  Portaalicoon   Scheikunde

Glucosamine is een natuurlijk voorkomend aminosuiker. Het is een glucosemolecuul waarvan de hydroxylgroep op de 2-positie door een aminogroep is vervangen. Het is de belangrijkste bouwsteen voor de biosynthese van macromoleculen als glycosaminoglycanen, bijvoorbeeld hyaluronan, glycolipiden en glycoproteïnen. Deze biopolymeren komen bij de mens in vrijwel alle lichaamsweefsels voor, maar de hoogste concentraties worden aangetroffen in kraakbeen, daarbij in de kraakbeenmatrix en synoviale of gewrichtsvloeistof, pezen en ligamenten.

Glucosamine wordt soms ingezet als behandelmethode bij artrose, maar harde bewijzen voor de werking ervan ontbreken.

Geschiedenis

Glucosamine werd in 1876 voor het eerst door Georg Ledderhose geïsoleerd na hydrolyse van chitine met geconcentreerd zoutzuur. De ruimtelijke opbouw van glucosamine werd in 1939 door Walter Haworth beschreven.

Er wordt sinds 1969 onderzoek gedaan naar glucosamine, vooral naar glucosaminesulfaat, als geneesmiddel bij artrose. Vrijwel al het onderzoek naar de effectiviteit van glucosamine in de jaren 80 en 90 van de twintigste eeuw is met tabletten van het bedrijf Rottapharm[2] uit Milaan uitgevoerd.[3] Dat heeft patent op een methode om glucosamine uit het exoskelet van kreeftachtigen of schaaldieren te extraheren.

Aan het eind van de jaren 90 van de twintigste eeuw nam de verkoop van glucosamine spectaculair toe, gestimuleerd door een aantal populairwetenschappelijke boeken, waaronder The Arthritis Cure door Jason Theodasakis.[4]

Naamgeving en vormen

Er zijn een alfa- en een bètavorm van glucosamine, daarvan komt de bètavorm het meeste in de natuur voor. Hun wetenschappelijke naam is 2-amino-2-deoxy-alfa- en -bèta-D-glucopyranose. Glucosamine is een derivaat van glucose, waar het alleen van verschilt door substitutie van de hydroxyl- OH-groep, aan het tweede koolstofatoom, door een amino- NH2-groep. Deze aminogroep is positief geladen bij fysiologische pH. Het anion in het zout kan variëren:

  • D-Glucosaminesulfaat: Deze verbinding is in contact met water of lucht tamelijk onstabiel en kan met natriumchloride of kaliumchloride worden gestabiliseerd. Deze stabilisatoren kunnen in preparaten tot een derde van het gewicht uitmaken.
  • D-Glucosaminehydrochloride glucosamine-HCl, soms ook foutief met 'glucosaminechloride' aangeduid: Deze verbinding is stabieler en beter houdbaar dan glucosaminesulfaat en levert procentueel meer glucosamine per gram grondstof. Een aantal grote interventiestudies uit het eerste decennium van de 21e eeuw is met glucosaminehydrochloride uitgevoerd, maar er is geen aanwijzing gevonden dat deze glucosamine werkzaam is.
  • N-acetyl-D-glucosamine GlcNAc: Deze aan de stikstofgroep geacetyleerde vorm van glucosamine is de vorm waarin glucosamine in diverse biologische macromoleculen, zoals in kraakbeen en gewrichtsvloeistof, wordt ingebouwd.
  • D-Glucosamine hydrojodide: Deze vorm wordt eigenlijk alleen in preparaten gebruikt, die door inenting worden toegediend.

De hydrochloride- en de sulfaatglucosamine worden het meest toegepast. Een belangrijke vorm, waarin glucosamine in het lichaam actief is, is glucosamine-6-fosfaat.

Biochemie en functies

Glucosamine is de biochemische precursor van alle stikstof-bevattende suikers.[5] Het is de belangrijkste bouwsteen voor de biosynthese van de macromoleculen in kraakbeen en de gewrichtsvloeistof, zoals glycosaminoglycanen, proteoglycanen, hyaluronan, glycolipiden en glycoproteïnen. Niettemin wordt glucosamine niet zelf in deze macromoleculen ingebouwd. Glucosamine wordt eerst in UDP-N-acetylglucosamine omgezet en daarna in UDP-N-acetylgalactosamine. Beide laatste verbindingen kunnen wel rechtstreeks in de genoemde macromoleculen worden ingebouwd.

  • Proteoglycanen: Glucosamine is het primaire substraat voor proteoglycanen, dat zijn glycosaminoglycanen gebonden aan een kerneiwit.[6][7][8] De combinatie van water en proteoglycanen vormt een gel, die veel ruimte vult en voor stevigheid, demping, de aanvoer van voedingsstoffen en de afvoer van afvalstoffen zorgt. Kraakbeen is niet doorbloed.
    • Chondroïtinesulfaat: Omgezet in N-acetylgalactosamine maakt glucosamine onderdeel uit van chondroïtinesulfaat, een onvertakte keten van afwisselend N-acetylgalactosamine en glucuronzuur.[9] Chondroïtinesulfaat is een belangrijk onderdeel van bindweefsels, vooral in bloedvaten, bot en kraakbeen.
  • Peptidoglycaan: N-acetylglucosamine maakt ook onderdeel uit van peptidoglycaan, een belangrijke component van de celwand van bacteriën en stimuleert de synthese ervan.[8]
  • Hyaluronan: Gepolymeriseerd met glucuronzuur vormt N-acetylglucosamine hyaluronan. Deze glycosaminoglycaan is een belangrijk onderdeel van de gewrichtsvloeistof.
  • Glycoproteïnen: Glycoproteïnen zijn onder meer belangrijk voor de bescherming van het slijmvlies in de darmen.
  • Chitine: N-acetylglucosamine is de monomere eenheid in chitine, een bouwstof in de celwanden van schimmels en in het exoskelet van geleedpotigen.
  • Glucosaminesulfaat vermindert de activiteit van katabole enzymen in kraakbeen, zoals matrixmetalloproteases en remt zo de afbraak van proteoglycanen.[8][10]
  • Glucosamine gaat de ontstekingsbevorderende en weefselvernietigende effecten van interleukine-1 in kraakbeen tegen.[10][11] Specifieker glucosamine remt de kettingreactie van cytokinen die ontstaat na activatie van NF-κB[12] NF-κB[13] speelt een sleutelrol in ontstekingsreacties en (auto-)immuunreacties.
  • N-acetylglucosamine maakt deel uit van het bloedgroepantigeen 'H antigen'.

Endogene synthese

Kraakbeencellen kunnen in gezonde omstandigheden zelf voldoende glucosamine aanmaken met behulp van het enzym glucosaminesynthetase. Daarbij wordt D-glucosamine uit fructose-6-fosfaat gemaakt,[14] waarbij de aminogroep afkomstig is van glutamine, een niet-essentieel aminozuur. Dit is de eerste stap van de hexosamine biosynthese pathway.[15] Het eindproduct van deze stofwisselingsroute is een aan de stikstofgroep geacetyleerde vorm van glucosamine: uridinedifosfaat-N-acetylglucosamine, wat vervolgens gebruikt wordt voor de synthese van glycosaminoglycanen, zoals hyaluronzuur, proteoglycanen en glycolipiden. Bij stijgende leeftijd lijkt de activiteit van het enzym glucosaminesynthetase te verminderen, waardoor de hoeveelheid endogeen geproduceerd glucosamine afneemt.

Glucosamine wordt in vrijwel alle menselijke weefsels aangetroffen, meestal in lage concentraties, maar relatief hoge concentraties worden gevonden in de lever, nieren en vooral het kraakbeen. Het komt in de voeding nauwelijks voor. Kraakbeen is de enige goede voedingsbron, maar dit geldt alleen voor dieren die op botten kauwen.

Absorptie en farmacokinetiek

Glucosamine is een klein molecuul, dat gemakkelijk wordt geabsorbeerd, ongeveer 90% van oraal ingenomen glucosaminehydrochloride en glucosaminesulfaat wordt intact in het maag-darmstelsel geabsorbeerd.[16][17] De biologische beschikbaarheid is bij mensen waarschijnlijk hoger dan 20%.[18]De biologische beschikbaarheid van glucosamine hydrochloride, oraal ingenomen, bedraagt bij paarden tussen 3% en 6%, ongeveer 12% bij honden en 21% bij ratten.[19] Geabsorbeerd glucosamine bereikt het gewricht via het synoviaal vocht en wordt daarna door kraakbeencellen opgenomen en geïncorporeerd als component van de glycosaminoglycanketens. Schattingen over de halveringstijd bij mensen lopen uiteen tussen ongeveer 15 uur en 70 uur.[16][18] Glucosamine wordt voornamelijk via de urine uitgescheiden, slechts kleine hoeveelheden kunnen in de ontlasting worden aangetroffen. Significante hoeveelheden worden ook in kooldioxide omgezet en via uitgeademde lucht uitgescheiden.[16]

Klinische toepassing bij artrose

Esculaap Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.

Hypothese

Wanneer de kraakbeenmatrix beschadigd raakt, zoals bij artrose het geval is, neemt de lengte van de glycosaminoglycanen af, evenals hun binding aan andere strengen, zoals collageen. Hierdoor kan er meer water in het kraakbeen komen, waardoor het zachter wordt en het kraakbeen minder goed kan functioneren als schokdemper. Het raakt ook sneller beschadigd, waardoor glycosaminoglycanen gaan weglekken. Hierdoor gaat de kwaliteit van het kraakbeen nog meer achteruit en wordt de toestand van het kraakbeen steeds slechter.

Het achterliggende idee achter de toepassing van glucosamine als therapeutisch middel bij artrose was eerst dat glucosamine, als belangrijkste bouwsteen van de glycosaminoglycanen, de aanmaak van glycosaminoglycanen in kraakbeen zou stimuleren. Een mogelijk beletsel daarbij is dat de concentraties glucosamine die in vitro de aanmaak van glycosaminoglycanen stimuleren hoog zijn, waarschijnlijk veel hoger dan de fysiologische concentraties die in vivo worden bereikt na toediening van glucosamine.[20] Het is daarentegen goed mogelijk dat na herhaalde dosering ophoping van glucosamine in kraakbeen plaatsvindt, waardoor plaatselijk veel hogere concentraties worden bereikt.

Niettemin is recentelijk een alternatief, een epigenetisch werkingsmechanisme voorgesteld. Glucosamine blijkt in staat de expressie van het IL-1β-gen in chondrocyten te remmen,[21] waardoor NF-kB-gemedieerde ontstekingsreacties en een serie van kraakbeenafbrekende processen wordt tegengegaan.

Klinisch onderzoek bij artrose

Glucosamine is effectief in diermodellen van artrose,[22] maar klinisch onderzoek op mensen geeft wisselende resultaten. Doorgaans is glucosaminesulfaat van Rottapharm gebruikt, dat jarenlang het enige als geneesmiddel geregistreerde glucosaminepreparaat was. De werking van glucosaminehydrochloride of andere vormen van glucosamine is minder onderzocht.[23] Er zijn daarom onderzoekers die het therapeutische effect van glucosaminesulfaat volledig toeschrijven aan de sulfaatgroepen die het levert.[24] Toch blijkt in wetenschappelijk onderzoek ook glucosaminesulfaat bij artrose vaak niet effectief te zijn. Diverse gezaghebbende instanties hebben de wetenschappelijke literatuur over de werkzaamheid van glucosamine bij artrose geëvalueerd, met verschillende conclusies:

  • Het Centraal BegeleidingsOrgaan, een Nederlands kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg, concludeerde in 2007 in een evaluatie van de beschikbare literatuur dat er voldoende bewijs is om glucosamine gedurende een proefperiode van drie maanden te gebruiken om de pijn bij heup- en knieartrose te verlichten. Bij door de patiënt ervaren klachtenverlichting kan de behandeling na drie maanden worden voortgezet.[25]
  • Het Nederlands Huisartsen Genootschap heeft in de in 2008 opgestelde NHG-standaard 'Niet-traumatische knieproblemen bij volwassenen' het advies uitgebracht om geen glucosamine voor te schrijven bij artrose van het kniegewricht, omdat ze de klinische effectiviteit hiervan onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd vindt.[26]
  • De Stichting IOCOB, die in Nederland de wetenschappelijke onderbouwing van alternatieve geneeswijzen beoordeelt, concludeert dat glucosaminesulfaat, maar niet glucosaminehydrochloride, werkzaam lijkt te zijn, vooral bij patiënten met matige tot ernstige pijn bij artrose.[27]
  • De Vereniging tegen de Kwakzalverij concludeerde in 2008 dat het gebruik van glucosamine bij artrose nutteloos is.
  • De Cochrane Library publiceerde in 2001 een meta-analyse van gepubliceerde studies, een Cochrane-review, en concludeerde dat glucosaminesulfaat in de meeste studies een pijnverminderend effect had, een positief effect had op de gewrichtsbeweeglijkheid en de artroseprogressie vertraagde.[28] Een update van deze meta-analyse, gepubliceerd in 2005, bekeek 20 studies en concludeerde dat de glucosamine van Rottapharm, waar in de jaren 80 en 90 vrijwel al het glucosamineonderzoek mee is uitgevoerd, een statistisch significant effect had op de ernst van de pijn bij artrose, 28% verbetering ten opzichte van de uitgangswaarde, en op de functie, 21% verbetering. Bij de latere en beter gerandomiseerde studies die met verschillende vormen van glucosamine, zowel -sulfaat als -hydrochloride, waren uitgevoerd, was er geen statistisch significant verschil met placebo te zien.[29]
  • De European League Against Rheumatism EULAR publiceert met enige regelmaat evidence-based aanbevelingen. EULAR stelde in 2003 dat er voor oraal gebruik van glucosaminesulfaat de meeste aanwijzingen waren gevonden, dat het hielp, en dat het onderzoek hiernaar in vergelijking met overeenkomstig onderzoek het beste was uitgevoerd. De effectiviteit van glucosamine werd hoger beoordeeld dan die van NSAID's en COX-2-remmers en veel hoger dan van de chirurgische ingrepen.[30]
  • De Osteoarthritis Research Society International concludeerde in 2008 dat glucosaminesulfaat en chondroïtinesulfaat mogelijk pijnverminderdende en structuurveranderende effecten hebben bij patiënten met knieartrose. De Strength of Recommendation score voor structuurveranderende effecten bedroeg 63%, voor structuurveranderende effecten was dat 41%.[31]
  • Er zijn volgens de Mayo Clinic wat betreft knieartrose goede bewijzen voor de effectiviteit van een behandeling met glucosaminesulfaat. Voor diverse andere indicaties is er minder bewijs.[32]
  • De Natural Standard Research Collaboration classificeerde in 2005 het wetenschappelijk bewijs voor de werkzaamheid van glucosaminesulfaat bij knieartrose als "A", de hoogste categorie, Strong scientific evidence, en het bewijs voor de werkzaamheid van glucosaminesulfaat bij artrose in zijn algemeenheid als "B", Good Scientific Evidence, het bewijs voor toepassing bij reumatoïde artritis werd als "C" geclassificeerd, Unclear or conflicting scientific evidence.[33] De Natural Standard Research Collaboration is een internationaal onderzoeksinstituut dat in samenwerking met de Harvard Medical School wetenschappelijk bewijs op het gebied van alternatieve geneeswijzen controleert.
  • MedlinePlus, een door de National Library of Medicine beheerde database, beoordeelt het gebruik van glucosaminesulfaat bij artrose als likely effective.[34]
  • Glucosaminesulfaat is volgens de Amerikaanse Natural Medicines Comprehensive Database[35] bij artrose hoogstwaarschijnlijk nuttig, effective.[36]

Combinatietherapie met chondroitinesulfaat

Glucosamine wordt bij de behandeling van artrose regelmatig met chondroïtinesulfaat gecombineerd, een glycosaminoglycaan uit articulair kraakbeen. Diverse studies concluderen dat deze combinatie effectief is,[37][38][39][40] niettemin komt uit een recente meta-analyse dat deze combinatie niet effectief is.[41] Soms wordt glucosamine gecombineerd met MSM, een organische zwavelverbinding. Chondroïtinesulfaat en MSM zijn veel minder onderzocht dan glucosamine.

Effectiviteit bij artrose op langere termijn

De onderzoeksduur in veel van het hierboven geëvalueerde onderzoek was zes tot twaalf weken. Voor een onderzoek naar de werkzaamheid van geneesmiddel bij artrose wordt dit tegenwoordig als te kort beschouwd en wordt een minimumtermijn van een half jaar aangehouden.[42] In de afgelopen jaren zijn daarom een aantal langdurige, met een looptijd van een tot drie jaar, onderzoeken uitgevoerd naar het effect van glucosamine en bij analyse van die langdurige onderzoeken blijkt glucosaminesulfaat effectief in het vertragen van de progressie en het verminderen van de symptomen van knieartrose.[43] Twee van de geanalyseerde langdurige studies hadden een looptijd van drie jaar[44][45] en vijf jaar na beëindiging van de behandeling blijkt bij patiënten die drie jaar lang glucosaminesulfaat hebben gehad duidelijk minder knieoperaties nodig te zijn geweest.[46]

Wettelijke situatie

Glucosaminesulfaat is in meer dan 56 landen als geneesmiddel geregistreerd, waarvan 22 landen van de Europese Unie zijn.[47] De eerste keer dat in Nederland een glucosaminepreparaat is geregistreerd als geneesmiddel, dat zonder recept kon worden gekocht, voor verlichting van klachten bij milde tot matige artrose van de knie, was in 2005.[48] Anno 2012 zijn er in Nederland vijf glucosamineproducten, in alle gevallen glucosaminesulfaat, met een dergelijke registratie.[49]

De overige glucosamineproducten op de Nederlandse markt gelden als voedingssupplement en mogen zodoende geen medische claims voeren. In de Verenigde Staten wordt glucosamine uitsluitend als voedingssupplement verkocht. Er zijn grote kwaliteitsverschillen tussen verschillende commercieel verkrijgbare glucosaminesulfaatproducten.[48][50]

Veiligheid

Glucosamine staat niet als giftig bekend.[51] De bijwerkingen van het gebruik kunnen maagklachten en misselijkheid zijn, hoofdzakelijk bij mensen met een maagzweer.

Allergie

Glucosamine kan allergenen van schaaldier bevatten. In de literatuur is een overgevoeligheidsreactie na gebruik van glucosamine beschreven, te weten angio-oedeem.[52] Op producten met glucosamine dat afkomstig is uit kreeftachtigen of schaaldieren is daarom een allergeenvermelding verplicht. Voor plantaardig glucosamine geldt deze verplichting niet. Bij volgens farmaceutische kwaliteitsnormen geproduceerde glucosamine wordt de totale eiwitfractie verwijderd en bevat het eindproduct geen allergenen meer. Dergelijke glucosamine wordt goed verdragen door mensen met een schaaldierallergie.[53]

Diabetes

Nadat bij ratten een versterking van insulineresistentie werd gevonden na intraveneuze toediening van zeer hoge doses glucosaminesulfaat, is verder onderzocht of een dergelijk effect bij mensen ook optreedt. Hoewel aanvankelijk werd geconcludeerd dat een dergelijk effect bij mensen niet zou optreden, zelfs niet wanneer ook bij mensen hoge doses intraveneus werden toegediend,[54][55][56] zijn er daarna ook studies geweest waarin werd gevonden dat glucosamine wel invloed op de glucosestofwisseling zou hebben, vooral bij mensen met een al ontregelde glucosestofwisseling.[57] Gebruik van glucosamine zou mogelijk interfereren met de normale regulatie van de hexosamine biosynthese pathway.[58] De deskundigen verschillen van mening over de conclusies die daaruit voor (pre-) diabetici moeten worden getrokken.[57][59] Niettemin kan het raadzaam zijn bij dergelijke patiënten de bloedsuikerspiegel te monitoren gedurende de behandeling met glucosamine.

Glucosamine heeft geen effect op de cholesterol- en lipidenstofwisseling bij diabetici, of op hun apolipoproteïne A-I spiegels.[60]

Cholesterol

Onderzoek op dieren heeft laten zien dat glucosamine mogelijk hyperlipidemie kan versterken,[61] maar bij onderzoek op mensen is dit effect niet aangetoond. Glucosamine lijkt geen invloed te hebben op cholesterol- en triglyceridenwaardes.[62][63][64]

Zwangerschap

Over eventuele risico's van het gebruik van glucosamine tijdens de zwangerschap en de lactatieperiode is onvoldoende betrouwbare informatie voorhanden.

Voetnoten
  1. National Library of Medicine. D-Glucosamine.
  2. Rottapharm Biotech
  3. Dat kwam omdat het klinische onderzoek pas in het begin van de jaren 80 van de twintigste eeuw op gang kwam toen Rottapharm als eerste tabletten glucosaminesulfaat ging produceren. Glucosaminesulfaat van Rottapharm was jarenlang het enige als geneesmiddel geregistreerde glucosaminepreparaat.
  4. J Theodasakis. The Arthritis Cure, 1 januari 2004.
  5. S Roseman. Reflections on glycobiology, november 2001. voor Journal of Biological Chemistry 276, 45, blz 41527-41542. PMID 11553646
    vrije toegang, gearchiveerd
  6. C Bassleer, L Rovati en P Franchimont. Stimulation of proteoglycan production by glucosamine sulfate in chondrocytes isolated from human osteoarthritic articular cartilage in vitro, 1998. Pdf-document voor Osteoarthritis Cartilage 1998, 6, blz 427-434. PMID 10343776
  7. M Piperno, P Reboul, MP Hellio Le Graverand, MJ Peschard, M Annefeld, M Richard en E Vignon. Glucosamine sulfate modulates dysregulated activities of human osteoarthritic chondrocytes in vitro, 2000. Pdf-document voor Osteoarthritis Cartilage 2000, 8, blz 207-212. PMID 10806048
  8. a b c GR Dodge en SA Jimenez. Glucosamine sulfate modulates the levels of aggrecan and matrix metalloproteinase-3 synthesized by cultured human osteoarthritis articular chondrocytes, juni 2003. voor Osteoarthritis Cartilage 11, blz 424-432. PMID 12801482
  9. EA Noyszewski, K Wroblewski, GR Dodge, S Kudchodkar, J Beers, A V Sarma en R Reddy. Preferential incorporation of glucosamine into the galactosamine moieties of chondroitin sulfates in articular cartilage explants, mei 2001. voor Arthritis & Rheumatology 44, 5, blz 1089-1095. PMID 11352240
    vrije toegang
  10. a b JD Sandy, D Gamett, V Thompson en G Verscharen. Chondrocyte-mediated catabolism of aggrecan: aggrecanase-dependent cleavage induced by interleukin-1 or retinoic acid can be inhibited by glucosamine, oktober 1998. voor Biochemical Journal 335, Pt 1, blz 59-66. PMID 9742213
    vrije toegang. Gearchiveerd op 6 juli 2023.
  11. AR Shikhman, K Kuhn, N Alaaeddine en M Lotz. N-acetylglucosamine prevents IL-1 beta-mediated activation of human chondrocytes, 15 april 2001. voor Journal of Immunology 166, 8, blz 5155-60. PMID 11290798
    vrije toegang
  12. JN Gouze, A Bianchi, P Bécuwe, M Dauça, P Netter, J Magdalou, B Terlain en K Bordji. Glucosamine modulates IL-1-induced activation of rat chondrocytes at a receptor level, and by inhibiting the NF-kappa B pathway, 16 januari 2002. voor FEBS Letters 510, 3, blz 166-170. PMID 11801247
  13. nuclear factor kappa B
  14. S Ghosh, HJ Blumenthal, E Davidson en S Roseman. Glucosamine metabolism. V. Enzymatic synthesis of glucosamine 6-phosphate, mei 1960. Journal of Biological Chemistry 235, blz 1265-1273. PMID 13827775
    vrije toegang. Gearchiveerd op 6 december 2021.
  15. UDP-glucosamine biosynthesis
  16. a b c I Setnikar, R Palumbo, S Canali en G Zanolo. Pharmacokinetics of glucosamine in man, oktober 1993. voor Arzneimittelforschung, tegenwoordig Drug research 43, 10, blz 1109-1113. PMID 8267678
  17. I Setnikar en LC Rovati. Absorption, distribution, metabolism and excretion of glucosamine sulfate. A review, september 2001. voor Arzneimittelforschung 51, 9, blz 699-725. PMID 11642003
  18. a b S Persiani, E Roda, LC Rovati, M Locatelli, G Giacovelli en A Roda. Glucosamine oral bioavailability and plasma pharmacokinetics after increasing doses of crystalline glucosamine sulfate in man, december 2005. voor Osteoarthritis Cartilage 13, 12, blz 1041-1049. PMID 16168682
  19. A Aghazadeh-Habashi, S Sattari, F Pasutto en F Jamali. Single dose pharmacokinetics and bioavailability of glucosamine in the rat, 2002. voor Journal of Pharmacy & Pharmaceutical Sciences 5, 2, blz 181-184. PMID 12207871
    vrije toegang
  20. PJ Mroz en JE Silbert. Use of 3H-glucosamine and 35S-sulfate with cultured human chondrocytes to determine the effect of glucosamine concentration on formation of chondroitin sulfate, november 2004. voor Arthritis & Rheumatology 50, 11, blz 3574-3579 PMID 15529373
    vrije toegang. Gearchiveerd op 15 juli 2023.
  21. K Imagawa, MC de Andrés, K Hashimoto, D Pitt, E Itoi, MB Goldring, HI Roach en ROC Oreffo. The epigenetic effect of glucosamine and a nuclear factor-kappa B (NF-kB) inhibitor on primary human chondrocytes--implications for osteoarthritis, november 2011. voor Biochemical and Biophysical Research Communications 405, 3, blz 362-367. PMID 21219853
  22. G Tiraloche, C Girard, L Chouinard, J Sampalis, L Moquin, M Ionescu, A Reiner, AR Poole en S Laverty. Effect of oral glucosamine on cartilage degradation in a rabbit model of osteoarthritis, april 2005. voor Arthritis & Rheumatology 52, 4, blz 1118-1128. PMID 15818693
    vrije toegang. Gearchiveerd op 18 januari 2023.
  23. JY Reginster, O Bruyere en A Neuprez. Current role of glucosamine in the treatment of osteoarthritis, mei 2007. voor Rheumatology 46, 5, blz 731-735. PMID 17401134
    vrije toegang. Gearchiveerd op 4 september 2022.
  24. LJ Hoffer, LN Kaplan, MJ Hamadeh, AC Grigoriu en M Baron. Sulfate could mediate the therapeutic effect of glucosamine sulfate, juli 2001. Metabolism: Clinical and Experimental 50, 7, blz 767-770. PMID 11436179
  25. BA Swierstra, JWJ Bijlsma, JA de Beer en T Kuijpers. Richtlijnen 'Diagnostiek en behandeling van heup- en knieartrose', 2007. blz 66, voor het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Deze richtlijn is mede tot stand gekomen door het programma Evidence-based richtlijnontwikkeling van de Federatie Medisch Specialisten.
    JS Burgers en JJE van Everdingen. Evidence-based richtlijnontwikkeling in Nederland: het EBRO-platform, 20 oktober 2004. voor het NTvG. Gearchiveerd op 27 januari 2023.
  26. JN Belo, SMA Bierma-Zeinstra, T Kuijpers, W Opstelten, M van den Donk, PJ Weisscher en CMJ Wildervanck-Dekker. Niet-traumatische knieklachten, februari 2016. voor het Nederlands Huisartsen Genootschap
    eerder commentaar uit 2008:
    De opstellers van de NHG-standaard wijken daarmee bewust af van de CBO-richtlijn: 'De werkgroep realiseert zich daarbij dat op grond van hetzelfde onderzoek met deze middelen ook andere, minder terughoudende adviezen worden gegeven. Zo wordt in de CBO-richtlijn op dit gebied aanbevolen (...)'. Gearchiveerd op 31 maart 2023.
  27. Stichting IOCOB. Glucosamine bij artrose.
  28. TE Towheed, TP Anastassiades, B Shea, J Houpt, V Welch, MC Hochberg en VA Robinson. Glucosamine therapy for treating osteoarthritis, 24 april 2000. voor de Cochrane Database, CD002946, PMID 11279782
  29. TE Towheed, L Maxwell, TP Anastassiades, B Shea, JB Houpt, V Welch, MC Hochberg en GA Wells. Glucosamine therapy for treating osteoarthritis, april 2005. Cochrane Database, CD002946. PMID 15846645
  30. KM Jordan, NK Arden, M Doherty, B Bannwarth, JWJ Bijlsma, P Dieppe, K Gunther, H Hauselmann, G Herrero-Beaumont, P Kaklamanis, S Lohmander, B Leeb, M Lequesne, B Mazieres, E Martin-Mola, K Pavelka, A Pendleton, L Punzi, U Serni, B Swoboda, G Verbruggen, I Zimmerman-Gorska en M Dougados. EULAR Recommendations 2003: an evidence based approach to the management of knee osteoarthritis: Report of a Task Force of the Standing Committee for International Clinical Studies Including Therapeutic Trials (ESCISIT), 2003. Pdf-document voor Annals of the Rheumatic Diseases 62, blz 1145-1155. PMID 14644851
    vrije toegang. Gearchiveerd op 4 september 2022.
  31. W Zhang, RW Moskowitz, G Nuki, S Abramson, RD Altman, N Arden, S Bierma-Zeinstra, KD Brandt, P Croft, M Doherty, M Dougados, M Hochberg, DJ Hunter, K Kwoh, LS Lohmander en P Tugwell. OARSI recommendations for the management of hip and knee osteoarthritis, Part II: OARSI evidence-based, expert consensus guidelines, februari 2008. voor Osteoarthritis Cartilage 16, 2, blz 137-162. PMID 18279766
  32. Glucosamine: Evidence, 1 oktober 2011. gearchiveerd, gebaseerd op een artikel in de Natural Standard Research Collaboration
  33. C Ulbricht, E Basch, S Basch, R Crichlow, E Ernst, D Kroll, M McGarry, M Smith, N Tannous, E Tessier, C Tsourounis en M Vora. An Evidence-based Systemic Review of Glucosamine Conducted by the Natural Standard Research Collaboration, 2005. gearchiveerd, voor Journal of Complementary and Integrative Medicine 2, 1, blz 1265-1273
  34. Glucosamine sulfate, 17 mei 2022. Gearchiveerd op 5 juli 2016.
  35. Natural Medicines Comprehensive Database, januari 2002. voor de Medical Library Association 90, 1, 114. Gearchiveerd op 16 oktober 2022.
  36. Glucosamine toepassingen & effectiviteit. gearchiveerd
  37. A Das en TA Hammad. Efficacy of a combination of FCHG49 glucosamine hydrochloride, TRH122 low molecular weight sodium chondroitin sulfate and manganese ascorbate in the management of knee osteoarthritis, 2000. Pdf-document voor Osteoarthritis Cartilage 8, blz 343-350. PMID 10966840. Gearchiveerd op 30 januari 2023.
  38. CT Leffler, AF Philippi, SG Leffler, JC Mosure en PD Kim. Glucosamine, chondroitin, and manganese ascorbate for degenerative joint disease of the knee or low back: a randomized, double-blind, placebo-controlled pilot study, februari 1999. voor Military Medicine 164, 2, blz 85-91. PMID 10050562
  39. TE McAlindon, MP LaValley, JP Gulin en DT Felson. Glucosamine and chondroitin for treatment of osteoarthritis: a systematic quality assessment and meta-analysis, maart 2000. voor JAMA Internal Medicine 283, 11, blz 1469-1475. PMID 10732937
  40. P Nguyen, SE Mohamed, D Gardiner en T Salinas. A randomized double-blind clinical trial of the effect of chondroitin sulfate and glucosamine hydrochloride on temporomandibular joint disorders: a pilot study, april 2001. voor Cranio 19, 2 blz 130-139. PMID 11842864
  41. S Wandel, P Jüni, B Tendal, E Nüesch, PM Villiger, NJ Welton, S Reichenbach en S Trelle. Effects of glucosamine, chondroitin, or placebo in patients with osteoarthritis of hip or knee: network meta-analysis, 16 september 2010. voor BMJ 341:c4675. PMID 20847017
    vrije toegang, gearchiveerd Pdf-document
  42. Committee for Proprietary Medicinal Products. Points to consider on clinical investigation of medicinal products used in the treatment of osteoarthritis, 20 september 2001. Pdf-document. Gearchiveerd op 1 augustus 2022.
  43. N Poolsup, C Suthisisang, P Channark en W Kittikulsuth. Glucosamine long-term treatment and the progression of knee osteoarthritis: systematic review of randomized controlled trials, juni 2005. voor Annals of Pharmacotherapy 39, 6, 1080-1087. PMID 15855241. Gearchiveerd op 6 juni 2022.
  44. JY Reginster, R Deroisy, LC Rovati, RL Lee, E Lejeune, O Bruyere, G Giacovelli, Y Henrotin, JE Dacre en C Gossett. Long-term effects of glucosamine sulphate on osteoarthritis progression: a randomised, placebo-controlled clinical trial, 27 januari 2001. voor The Lancet 357, 9252, blz 251-256. PMID 11214126
    vrije toegang, gearchiveerd Pdf-document
  45. K Pavelká, J Gatterová, M Olejarová, S Machacek, G Giacovelli en LC Rovati. Glucosamine sulfate use and delay of progression of knee osteoarthritis: a 3-year, randomized, placebo-controlled, double-blind study, 14 oktober 2002. voor JAMA Internal Medicine 162, 18, blz 2113-2123. PMID 12374520
  46. O Bruyere, K Pavelka, LC Rovati, J Gatterová, G Giacovelli, M Olejarová, R Deroisy en JY Reginster. Total joint replacement after glucosamine sulphate treatment in knee osteoarthritis: results of a mean 8-year observation of patients from two previous 3-year, randomised, placebo-controlled trials, 1 februari 2008. voor Osteoarthritis Cartilage 16, 2, blz 254-260. PMID 17681803
  47. G Herrero-Beaumont, JA Ivorra, M Del Carmen Trabado, FJ Blanco, P Benito, E Martín-Mola, J Paulino, JL Marenco, A Porto, A Laffon, D Araújo, M Figueroa en J Branco. Glucosamine sulfate in the treatment of knee osteoarthritis symptoms: a randomized, double-blind, placebo-controlled study using acetaminophen as a side comparator, februari 2007. voor Arthritis & Rheumatology 56, 2, blz 555-567. PMID 17265490
  48. a b College ter Beoordeling van Geneesmiddelen. Glucosamine (Glucosamine Pharma Nord®) geregistreerd 'ter verlichting van symptomen van artrose van de knie', 22 september 2005. gearchiveerd
  49. College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (zoek op "werkzame stof" naar "Glucosamine").
  50. AS Russell, A Aghazadeh-Habashi en J Jamali. Active ingredient consistency of commercially available glucosamine sulfate products, november 2002. voor The Journal of Rheumatology 29, 11, blz 2407-2409. PMID 12415601
  51. Volgens de Natural Standard monografie leiden doseringen van 5000 mg/kg oraal, 3000 mg/kg intramusculair en 1500 mg/kg intraveneus bij muizen of ratten niet tot sterfte.
  52. V Matheu, MT Gracia Bara, R Pelta, E Vivas en M Rubio. Immediate-hypersensitivity reaction to glucosamine sulfate, juni 1999. voor Allergy 54, 6, blz 643. PMID 10435483
  53. J Villacis, TR Rice, LR Bucci, JM El-Dahr, L Wild, D Demerell, D Soteres en S B Lehrer. Do shrimp-allergic individuals tolerate shrimp-derived glucosamine?, november 2006. voor Clinical & Experimental Allergy 36, 11, blz 1457-1461. PMID 17083356
  54. JW Anderson, RJ Nicolosi en JF Borzelleca. Glucosamine effects in humans: a review of effects on glucose metabolism, side effects, safety considerations and efficacy, februari 2005. voor Food and Chemical Toxicology 43, 2, blz 187-201. PMID 15621331
    vrije toegang Pdf-document. Gearchiveerd op 2 december 2021.
  55. R Muniyappa, RJ Karne, G Hall, SK Crandon, JA Bronstein, MR Ver, GL Hortin en MJ Quon. Oral glucosamine for 6 weeks at standard doses does not cause or worsen insulin resistance or endothelial dysfunction in lean or obese subjects. (2006) Diabetes 55: 3142-3150. PMID 17065354
    vrije toegang
  56. BA Biggee, CM Blinn, M Nuite, JE Silbert en TE McAlindon. Effects of oral glucosamine sulphate on serum glucose and insulin during an oral glucose tolerance test of subjects with osteoarthritis, februari 2007. voor Annals of the Rheumatic Diseases 66, 2, 260-262. PMID 16818461
  57. a b NR Dostrovsky, TE Towheed, RW Hudson en TP Anastassiades. The effect of glucosamine on glucose metabolism in humans: a systematic review of the literature, april 2011. voor Osteoarthritis Cartilage 19, 4, blz 375-380. PMID 21251987
  58. MG Buse. Hexosamines, insulin resistance, and the complications of diabetes: current status, januari 2006. voor American Journal of Physiology 290, 1, E1-E8. PMID 16339923
    vrije toegang, gearchiveerd
  59. RR Simon, V Marks, AR Leeds en JW Anderson. A comprehensive review of oral glucosamine use and effects on glucose metabolism in normal and diabetic individuals, april 2011. voor Diabetes Metab Res Rev 27:14-27. PMID 21218504
    vrije toegang
  60. SG Albert, RF Oiknine, S Parseghian, AD Mooradian, MJ Haas en T McPherson. The effect of glucosamine on Serum HDL cholesterol and apolipoprotein AI levels in people with diabetes, november 2007. voor Diabetes Care 30, 11, 2800-2803. PMID 17682119
  61. LR Tannock, EA Kirk, VL King, R LeBoeuf, TN Wight en A Chait. Glucosamine supplementation accelerates early but not late atherosclerosis in LDL receptor-deficient mice, november 2006. voor Journal of Nutrition 136, 11, blz 2856-61. PMID 17056813
  62. K Ostergaard, T Hviid en JL Hyllested-Winge. The effect of glucosamine sulphate on the blood levels of cholesterol or triglycerides–a clinical study, 29 januari 2007. uit het Deens vertaald, Ugeskrift for Læger 169, 5, blz 407-410. PMID 17280633
  63. Glucosamine bijwerkingen & veiligheid, gearchiveerd
  64. K Pavelká, J Gatterová, M Olejarová, S Machacek, G Giacovelli en LC Rovati. Glucosamine sulfate use and delay of progression of knee osteoarthritis: A 3-year, randomized, placebo-controlled, double-blind study, 14 oktober 2002. voor JAMA Internal Medicine 162, 18, 2113-23. PMID 12374520