Sneeuwgors
Sneeuwgors IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016) | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Plectrophenax nivalis (Linnaeus, 1758) | |||||||||||||
Verspreidingsgebied van de sneeuwgors ■ broedgebied (lichtgroen) ■ permanent leefgebied (donkergroen) ■ migratie (lichtblauw) ■ niet-broedgebied (donkerblauw) | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Sneeuwgors op Wikispecies | |||||||||||||
|
De sneeuwgors (Plectrophenax nivalis) is een zangvogel uit de familie Calcariidae.
Kenmerken
Het mannetje heeft een sneeuwwitte kop en onderzijde, alsook grote vleugelvlekken en is in het zomerkleed markanter gekleed dan het vrouwtje. De lichaamslengte bedraagt 16 cm.[2]
Leefwijze
Het voedsel bestaat uit zaden en insecten.
Voortplanting
Het legsel bestaat uit vier tot zes eieren.
Verspreiding en leefgebied
Zijn normale habitat is het palearctisch en het nearctisch gebied. Hij heeft een voorkeur voor de rotsachtige en schaars begroeide toendra's langs de Noordelijke IJszee, Noord-Amerika, Scandinavië en de bergen van Schotland. Ze broeden in de korte zomerperiode in het poolgebied slechts eenmaal.
De soort telt vier ondersoorten:[3]
- P. n. nivalis (Linnaeus, 1758): noordelijk Noord-Amerika en noordelijk Europa.
- P. n. insulae (Salomonsen, 1931): IJsland.
- P. n. vlasowae (Portenko, 1937): van noordoostelijk Europa tot noordoostelijk Siberië.
- P. n. townsendi (Ridgway, 1887): de Komandorski-eilanden, de Aleoeten en de Pribilofeilanden.
Tijdens de wintermaanden kan de Sneeuwgors langs de Nederlandse en Belgische kust gezien worden. De vaste overwinteringsgebieden zijn echter de steppen van Oost-Europa en Noord-Amerika.
Afbeeldingen
- Plectrophenax nivalis
(1905), Naumann, Naturgeschichte der Vögel Mitteleuropas -
-
-
Video
- Foeragerende sneeuwgors
Voetnoten
Externe links
- SoortenBank.nl beschrijving, afbeeldingen en geluid
- Sneeuwgors Plectrophenax nivalis in Onze vogels in huis en tuin (deel 2) van J.G. Keulemans (1873) op de Nederlandstalige Wikisource.